Einde tijdperk: Alida Tolner geeft sportcafé De Kamp terug aan gemeente Tynaarlo

||
|| Foto: ||
voorpagina de krant van tynaarlo

“Mijn wereld is vorig jaar oktober volledig omgedraaid ”


VRIES - Alida Tolner is officieel gestopt met sportcafé De Kamp. Afgelopen dinsdag heeft ze de sleutel bij de gemeente Tynaarlo ingeleverd, waarmee er een einde is gekomen aan het ‘tijdperk Tolner’. Haar man Ubel Tolner is vorig jaar oktober plotseling overleden en daarmee is voor Alida het plezier verdwenen. Ubel is 70 jaar geworden en in die tijd uitgegroeid tot een begrip in Vries. Hij heeft altijd geleefd voor de horeca. Eerst in zijn café-restaurant Quatre Bras, later in sportcafé De Kamp. Deze week blikken we in de Krant van Tynaarlo terug op het leven van de rasechte Vriezenaar, grondlegger van zaalvoetbalteam REUZ (Roel En Ubel Zaalvoetballen) en bovenal goed mens.  Met de keuze van Alida om te stoppen met hun sportcafé blijven alleen de herinneringen aan de onovertroffen tijd met Ubel voorgoed in leven. In Vries en ver daarbuiten.


Halverwege vorig jaar ziet het leven van Alida er nog rooskleurig uit. Samen met haar man kijkt ze uit naar hun nieuwe woning in Assen en naar meer vrije tijd die eraan zit te komen, want Ubel is net zeventig geworden en dus is het tijd voor een stapje terug, toch? “Dat was wel ons plan, maar als het weer eens ter sprake kwam dan zei hij steevast: ‘Vind je het niet meer leuk dan?’ Hij wilde zo graag door en dan ging ik er een tijdje niet meer op in. We hadden toch nog wel even dacht ik dan”, vertelt Alida ontroerd. In oktober 2019 gaat het echter helemaal mis. Haar steun en toeverlaat overlijdt middenin de nacht aan een hartstilstand: “Daar reken je nooit op en Ubel zelf ook niet. Hij zei ook altijd dat hij oud zou worden, want zijn ouders, broers en zussen waren allemaal ruim de tachtig gepasseerd. Mijn wereld is vorig jaar oktober volledig omgedraaid.”


Jarenlang tijgt Ubel Tolner op en neer naar Sporthal de Kamp. “Licht aan, licht uit. Deur dicht, deur open. Hij moest en zal altijd naar de sporthal”, vertelt Alida weemoedig. Aan ‘hun’ tafel zitten op vrijdagochtend Alida en zoon Steven. Even later wandelt Alida’s dochter Annet binnen. Het is een familieaangelegenheid. “Wij denken dat Ubel dit mooi zou hebben gevonden. Het moet een soort eerbetoon aan hem worden”, zijn ze eensgezind. Als de koffie is ingeschonken en op tafel staat, blijkt het gemis hartverscheurend groot. Het gezelschap realiseert zich dat aan diezelfde tafel nooit meer een dagblad zal liggen met een door Ubel ingevulde sudokupuzzel. Nooit meer ‘niks’ hoeven en een jenevertje voorgeschoteld krijgen. Nooit meer Ubel en Alida samen achter de bar. “Het is heel dubbel”, verklaart Steven. Alida is het met hem eens. “Aan de ene kant is het ontzettend jammer, maar aan de andere kant vind ik het niks meer aan zonder Ubel. We zaten hier urenlang te praten of hij was met ‘zien puzzeldie’ bezig.”


Soep


In 1974 start een jonge Ubel Tolner met zijn café-restaurant en zalencentrum Quatre Bras in Vries. Binnen een afzienbare tijd is het dé plek van Vries, waar menig VAKO-elftal tot in de late uurtjes geniet van sapjes met schuimende kragen gedurende de derde helft. Steven vertelt over die tijd: “Mijn ouders waren altijd aan het werk. De spoelkeuken zat naast onze woonkamer, dus als er borden door het luikje kwamen dan stond mijn moeder steevast klaar om ze te spoelen.” Het is een druk bestaan in ‘U. Tolner’, zoals het café door de gasten veelal genoemd wordt. “Eten en drinken spelen een grote rol in het leven van mijn vader. Hij wilde altijd het beste voor iedereen. Zowel in Quatre Bras als in het sportcafé. Hij stond bekend om zijn ouderwetse soep. Iedereen smulde ervan”, vertelt Steven. Het is de tijd die Ubel spottend zijn ‘vorige leven’ noemde in verband met een echtscheiding met de moeder van Steven. De verrijking van Alida in zijn leven volgt later.


Gezelligheid en grapjes


In 1994 neemt hij ook het beheer van sporthal de Kamp op zich, waarna hij besluit het kantinegedeelte van de sporthal te pachten van de gemeente. Hij bouwt het helemaal zelf op. “Er lag geen vloer, er zat geen plafond in en ook het leidingwerk heeft hij helemaal zelf aangelegd. Hij zette het helemaal naar zijn hand”, legt zijn zoon uit. Tot de eeuwwisseling combineert hij beide. In dat jaar verkoopt hij Quatre Bras om zich vervolgens met nog meer ziel en zaligheid op sportcafé De Kamp te kunnen storten. Met dertig soorten whiskey op de plank en wekelijks een stampvol café geniet een ieder met volle teugen in Vries. “Daar leefden we voor. Als de gasten een fijne avond hadden, dan hadden wij dat ook”, vertelt Alida. Als daarnaast Ubel zijn trukendoos openhaalt, is het één en al lachen, gieren, brullen bij de familie Tolner. “Hij zat vol streken”, lacht Alida. Steven weet wel een voorbeeld te geven: “Dat was nog bij Quatre Bras. Daar bestelde iemand een keer een saté en dan kwam mijn vader aan met een emmer vol thee. Zat thee.” In die tijd kunnen mensen die het café binnenkomen en aangeven ‘niks’ te hoeven, rekenen op een neutje. “Hij had altijd een fles jenever achter de bar staan met een sticker erop waar groot ‘NIKS’ op was geschreven. Als iemand vervolgens ‘Ik hoef niks’ zei, dan kwam die fles op tafel en kreeg hij een jenevertje voorgeschoteld. Of als iemand het niet door had, liet ie opeens een dienblad achter diegene vallen waardoor ze zich wezenloos schrokken. Ja, voor dat soort grappen moest je bij Ubel zijn”, blikken de drie genoegzaam terug. “Goh, wat hebben we veel gelachen”, vult Alida aan.


REUZ


Ubel is een echte voetbalman en al gauw nauw betrokken bij VAKO. Als die vereniging een mislukte poging doet om een zaalvoetbalteam op poten te zetten, besluit hij samen met Roel ter Steege op te staan. Ze richten in 2000 hun zaalvoetbalteam ‘REUZ’ op, waarin veelal VAKO-spelers die in de zaal een tegenstander dol kunnen draaien, furore maken. In een afzienbare tijd werken ze zich van de vierde klasse op naar de topklasse, waarin het nog steeds acteert. Zestien jaar lang is Ubel voorzitter, maar drie jaar geleden geeft hij dat stokje over aan Jeroen Stelling. “Ubel is ontzettend trots op wat hij met REUZ neer heeft weten te zetten. Vooral omdat het veelal jongens uit het dorp waren. De vereniging heeft sinds de oprichting altijd voorop gestaan bij hem”, verklaart Steven.


Nathalie


Ubel heeft een bijzondere band met zijn kleindochter Nathalie, die doordeweeks bij opa en oma woont. Kop en kont zijn ze met zijn tweeën. Naast kleindochter, is Nathalie ook de grootste fan van de soep van haar opa. “Dan vroeg ze aan mij of ik de soep had gemaakt of Ubel. Ja, daar zat voor haar zeker wel verschil in”, vertelt Alida grinnikend. Inmiddels komen de fotoboeken op tafel in sportcafé De Kamp. Bedroefd bladeren ze erdoor. “Kiek, hier zitten we op het terras. Wij gingen iedere week wel een keer uit eten. Daar genoten we van”, vertelt ze. In zijn perfectionisme schroomt Tolner dan ook niet om aan te geven wat wel en niet goed gaat bij het restaurant die ze bezoeken. “Ja, daar kon hij zeker wat van”, blikt ze terug.


Willie Wortel en Lampje


“Ik noemde ons wel eens gekscherend Willie Wortel en Lampje”, lacht Alida. Zo verknocht waren ze  aan elkaar. Ubel en Alida. “We waren altijd samen. Als hij boodschappen ging doen, zei hij altijd ‘Kuj wel met gaon ja’ en dan gingen we weer samen op pad”, legt ze uit. Nog helemaal bekomen is ze niet van het plotselinge overlijden van haar wederhelft. De laatste vijftien jaar brengen ze onafscheidelijk van elkaar door. Door het overlijden van Ubel is het plezier voor Alida in de sporthal ook verdwenen. Het sportcafé is niet meer het plekje dat het altijd voor haar is geweest. Aangezien ze niet van de hobby’s is, zal ze voor het inrichten van de vele vrije tijd nog iets moeten uitvogelen. Dochter Annet heeft een wijze raad voor haar moeder terwijl ze troostend een hand op haar schouder legt: “Eerst maar even bijkomen, mam. Het is een hectisch en pittig jaar geweest. Je moet nu eerst maar even tijd voor jezelf nemen.” Steven is het met zijn stiefzus eens: “Ja, daar heeft het de laatste jaren aan ontbroken.” Als assistent-beheerder blijft Steven betrokken bij sporthal De Kamp. “Nu het weer in handen is van de gemeente, zal de sterke drank verdwijnen. Het wordt nog meer een sportkantine. De gezelligheid die de Tolners er echter altijd hebben weten te creëren, zal worden bewaakt door Steven: “Ik ga zeker mijn best doen om het zo gezellig mogelijk te houden. De gemeente staat daarin gelukkig hetzelfde. Er zullen ongetwijfeld dingen veranderen, maar dat houd je in de huidige situatie toch niet tegen.”


Tot slot bladeren ze nog eens door een fotoalbum waar een Hertog Jan-viltje als een soort boeklegger uitsteekt. Uit het gesprek is op te maken dat Ubel vooral een goed mens was, die overal en voor iedereen goed wilde zijn. Hij genoot van de grote evenementen en vond het geweldig als de gemeente stemmen ging tellen in de sporthal: “Dan moesten die mensen natuurlijk lunchen en dan haalde hij alles uit de kast. Dat was Ubel ten voeten uit. Alles moet netjes en goed.” Zeventig uur per week in de sporthal doorbrengen is dan ook meer regel dan uitzondering. Alleen is het voor Alida niet meer te doen en dus neemt ze met pijn in het hart afscheid van het sportcafé. De man die op donderdagavond altijd een Jägermeistertje in de sporthal komt drinken, heeft ze de fles meegegeven: “Er zat nog een druppie in. Die is voor morgen zei ik tegen hem.” Over het tweede zware afscheid dat ze binnen een jaar tijd moet zien te verwerken, laat ze tot slot weten: “Het is goed zo. Heel dubbel, maar goed.”



||
||

UIT DE KRANT