,,De botten komen weer tot leven als een nieuw wezen”

Afbeelding
Cultuur
Kleintje Cultuur, kunstenares Gea Koopman, Gek op Kunst
MIDLAREN – Op de rand van Midlaren woont en werkt Gea Koopman (43) vanuit haar bedrijf ‘Gek op Kunst’. Ze laat zich niet zo makkelijk in een hokje drukken, daarvoor zijn haar werken en projecten te divers. Ze maakt veelal installaties, soms alleen, soms in samenwerking met andere kunstenaars, waarbij gebruik wordt gemaakt van soms excentrieke, al dan niet recyclebare materialen. Dit komt voort vanuit de vele (theater)maquettes die ze in haar academietijd maakte. ,,Ik heb me altijd verzet tegen mensen die mij gingen vertellen wat ik moest, of vooral niet moest doen. Je moet je eigen weg en gevoel volgen”, vertelt ze.
,,Het beleid en de houding van Halbe Zijlstra heeft destijds veel om zeep geholpen. Hij is dodelijk geweest voor de kunstsector in Nederland”, meent de kunstenares uit Midlaren. ,,Hij heeft enorm bezuinigd op de kunst en tegelijkertijd heeft zijn kabinet ervoor gezorgd dat ook bij gemeenten de geldkraan werd dichtgedraaid. De kunstopdrachten in de openbare ruimte zijn daardoor grotendeels verdwenen”. Het spoorde Gea destijds aan tot actie. ,,We hebben kunstwerken in de openbare ruimte ingepakt met oranje zeil en rood-wit afzetlint, zoals het Peerd van Ome Loeks in Groningen. Daar hebben we veel media-aandacht bij gekregen. De actie was bedoeld om mensen alvast te laten wennen aan het idee dat er straks geen kunst in de openbare ruimte meer is. Veel mensen ervaren dit niet direct als kunst, omdat ‘het er gewoon is’. We wilden mensen ervan bewust maken dat dit kan verdwijnen”.
In 1999 studeerde ze af aan de Kunstacademie Minerva in Groningen met een installatie. Ze creëerde een ‘paviljoen’ uit gerecyclede onderdelen van een oorspronkelijk theaterdecor. ,,Uit panelen heb ik het exterieur van het paviljoen gemaakt. Tussen de panelen heb ik een spleet gehouden, zodat bezoekers alvast naar binnen konden gluren. Dit was een verwijzing naar iedereen die even nieuwsgierig bij de theaterafdeling kwam gluren”. In het paviljoen zelf krijgt het eigenlijke werk een persoonlijker tintje. ,,Wie is zij? Hoe was zij?, heet dit werk. Het gaat over mijn moeder. Ik was 22 toen zij onverwachts overleed, ruim een jaar voordat ik begon met afstuderen. Ik wilde verschillende mensen interviewen die dicht bij haar stonden om dingen van vroeger over haar te weten te komen belicht vanuit verschillend perspectief”.
Dit oorspronkelijke plan loopt in de soep als haar vader niet mee wil werken. ,,Hij zag het niet zitten. Toen ging ik met mijn oma, de moeder van mijn moeder, in gesprek en ik merkte dat zij antwoorden ontweek. Vanaf toen kreeg het project een andere wending. Aan de hand van fotoalbums voerden we vele gesprekken die ik had opgenomen. Een serie foto’s van verschillende stadia uit haar leven heb ik verwerkt in een deels interactieve projectie met 8 projectoren binnen in het paviljoen. Door twee diavoorstellingen door elkaar te laten lopen, waarvan een serie werd geactiveerd door de aanwezigheid van bezoekers, kreeg je soms dubbele beelden, soms enkele beelden en soms ook heel even helemaal geen beeld. Uit één van de speakers hoorde je af en toe een vraag. Er werd niet specifiek op geantwoord. Dit geluid verspringt letterlijk door de ruimte en reflecteerde de ontwijkende antwoorden van mijn oma. Dit project was een eerbetoon aan mijn moeder en raakte op de tentoonstelling ook mijn vader, die er de woorden niet voor had”.
We lopen naar buiten naar het atelier achter het huis. Buiten op het terras staan twee grote emmers met dierenbotten te weken. ,,Sinds ik hier ben komen wonen verzamel ik dierenbotjes. Tijdens wandelingen vonden we af en toe dode vogeltjes. Die nam ik dan mee. Voor een uitwisselingsproject met een kunstenaarsvereniging uit Duitsland ontstond het idee om hier iets mee te doen! Ik ben toen met botjes en ganzeneieren aan de slag gegaan. Ik maak de botten schoon door ze eerst buiten te leggen, beestjes zorgen er dan voor dat het meeste vlees verdwijnt, en vervolgens te laten rotten in warm water. Daarna bleek en lak ik de botten, waarna het gereed is als bouwmateriaal”. Met deze botten creëert Koopman nieuwe wezens. ‘Overleven’ noemt ze dit werk, waarvan ze sommigen als losse beelden onder een stolp of in een vitrine exposeert en anderen samenvoegt in een diorama of installatie. Vorig jaar liet ze het eerste wezen bewegen in een animatie als onderdeel van een installatie. Dit jaar volgde een nieuwe animatie welke te zien was tijdens Open Stal in Oldeberkoop. Het ziet er wat ‘freaky’ uit, een beetje muisachtig, een beetje dinosaurusachtig. ,,De botten komen als ware weer tot leven als een nieuw wezen”.

UIT DE KRANT