Franse para’s hielpen Zuidlaren te bevrijden, Dennis Meijeringh vertelt hun verhaal

Afbeelding
Foto:
actueel

ZUIDLAREN - Wie het kantoor van Dennis Meijeringh in Zuidlaren binnenstapt, waant zich in een museum. Kasten staan vol met oude voorwerpen uit de Tweede Wereldoorlog. Een mannequin is uitgedost in het uniform van een Canadese soldaat. Meijeringh is een autoriteit wat de oorlog in en om Zuidlaren betreft. Hij vertelt het verhaal van Paul Duquesne en zijn strijdmakkers, Franse parachutisten die geholpen heeft om Zuidlaren te bevrijden.

Meijeringh gaat er eens goed voor zitten. “Zij waren eerder al naar Engeland gekomen en daar getraind door de Britten. Ze maakten deel uit van de Special Air Service, de SAS. Paul is met 14 anderen in de nacht van 8 april boven Zuidlaren gedropt. Het doel van de missie was om de Duitsers dwars te zitten en bruggen veilig te stellen, zodat het Canadese leger snel door kon stoten naar Groningen en de rest van het Noorden.”

De missie was geen onverdeeld succes. De groep van 15 soldaten werd opgedeeld in 2 groepen. De eerste groep werd al snel nadat ze geland waren gevangengenomen door de Duitsers, op 1 man na. Meijeringh: “Die brak zijn enkel toen hij neerkwam. Hij is in het bos gevonden door Arnold van Weringh, die zat bij het verzet. Die heeft de soldaat in zijn huis verstopt, tot Zuidlaren op 13 april bevrijd werd door de Canadezen.” De andere Franse militairen werden op transport naar Duitsland gezet.

Het tweede deel van de groep, waar Paul Duquesne deel van uitmaakte, verging het niet beter. Na hun sprong verzamelden ze zich en zochten onderdak bij een boer. De zoon van de boer heeft hen toen verraden, waarna een groep van 300 Duitse soldaten op kwam draven om de paratroopers gevangen te nemen. Meijeringh leunt voorover om het volgende deel van het verhaal te vertellen. “De Duitsers hadden een luchtafweerkanon meegenomen. Daarmee schoten ze de hele achterkant van de boerderij kapot. De Fransen wisten te ontkomen, maar 8 koeien waren op slag dood.”

De parachutisten proberen over de velden te ontkomen, slechts gewapend met geweren en een paar lichte machinegeweren. Duquesne merkt dat de zijn kameraden overlopen worden, hij probeert de achtervolgers op te houden. Hij gooit een handgranaat, waarmee hij meerdere Duitsers verwond en doodt. Vervolgens wordt hij zelf dodelijk getroffen. Meijeringh mijmert over wat er door Paul zijn gedachten moet zijn gegaan. “Waarom doet hij zoiets? Wellicht omdat hij wist dat ze door de Duitsers geëxecuteerd konden worden als ze gevangen werden genomen. Dan is het beter om je dood vechtend tegemoet te gaan.” Paul Duquesne is de enige van de groep parachutisten die de operatie met het leven moet bekopen. Van zijn groep weet de commandant uit handen van de vijand te blijven, de rest wordt ook gevangengenomen. Een paar dagen later, op 13 april, bereikt het Canadese leger Zuidlaren en bevrijdt het dorp.

Meijeringh vindt het belangrijk dat de gebeurtenissen uit de Tweede Wereldoorlog niet vergeten worden. Hij organiseert elk jaar fietstochten langs relevante locaties in Zuidlaren voor basisscholieren. Ook nam hij het initiatief voor een monument voor Paul Duquesne, dat in 2017 onthuld werd.  “Ik vind wel dat kinderen mogen leren waar je vrijheid vandaan komt en dat mensen zich daarvoor hebben opgeofferd. Vrijheid is niet gratis.

UIT DE KRANT